Vaccinatie

 

Wat is vaccineren?

Vaccineren of ook wel inenten genoemd, is een manier om antilichamen en afweercellen in het bloed te laten ontstaan tegen specifieke ziekten. Door een dier in te spuiten met een klein beetje dode of onschadelijk gemaakte ziekteverwekkers of een onderdeel van die ziekteverwekker, wordt het lichaam aangezet om antilichamen te maken. Komt het dier daarna in aanraking met de werkelijke levende ziekteverwekker dan is het afweersysteem klaar om terug te slaan. Dit lukt niet altijd, soms wordt een dier toch ziek, maar doordat er al antilichamen aanwezig zijn wordt het bestrijden van de ziekte gemakkelijker en heeft de hond een grotere overlevingskans.

Heeft vaccineren ook nadelen?

In de loop der jaren is duidelijk geworden dat vaccinaties niet alleen maar voordelen hebben. Ze kunnen ook mogelijke andere gezondheidsrisico’s met zich mee brengen doordat het immuunsysteem herhaaldelijk op onnatuurlijke wijze wordt geactiveerd. Bij de Toller kan een vaccinatie een trigger zijn voor een uitbraak van een auto immuunziekte. Voor een uitbraak van een auto immuunziekte gaat men er vanuit dat voor het uitbreken van deze ziekte twee elementen nodig zijn, namelijk bepaalde erfelijke factoren en een zogenaamde trigger. Anders gezegd: genetisch ben je er gevoelig voor en daarnaast is er in je omgeving een aanleiding nodig om de ziekte te doen uitbreken.

Hoe vaccineren bij een Toller? 

Omdat vaccineren risico’s met zich meebrengt moet u zich afvragen hoe u dan om moet gaan met de vaccinaties (advies is om pups vanuit het nest te titeren om te controleren of een vaccinatie wel nodig is). Wij signaleren dat Tollers met name op de enting met Vanguard niet goed reageren. Vandaar dat we de voorkeur geven aan Nobivac (van fabrikant Intervet). Wij adviseren u enkele regels in acht te nemen om de risico’s zo klein mogelijk te houden:
– Nooit ontwormen en inenten in dezelfde week, daar moet minimaal een week tussen zitten. Dus niet: alles in één en ook voor de fokkers: geen puppyenting en ontwormen in dezelfde week.
– Altijd bij je dierenarts navragen welk entingsmiddel hij of zij gebruikt.
– Nooit een Toller laten enten die niet helemaal gezond is, diarree heeft of anderszins niet goed in zijn vel zit. Wachten tot ze weer goed gezond zijn.
– Vaccineren nooit combineren met antibioticakuur en/of homeopathische behandeling.
– De rabiësinenting werkt op het zenuwstelsel en is een zware vaccinatie. Deze mag absoluut niet gegeven worden tezamen met andere vaccinaties en je hond moet minstens 6 maanden oud zijn. Bovendien mag er een maand voor en een maand na de vaccinatie geen andere vaccinatie worden gegeven.
– Advies is om Tollers met een auto-immuunziekte helemaal niet meer te vaccineren.

Titeren?

Onderzoek toont aan dat een aantal vaccins veel langer kunnen werken dan de officiële geregistreerde drie jaar. Maar let op, dit geldt niet voor alle entingen en is ook verschillend per hond. Dierenartsen en officiële instanties moeten wel van de officieel geregistreerde drie jaar uit gaan. Er is ook een mogelijkheid om uw hond te laten titeren. Dit is een bepaling aan de hand van bloed. Ze kijken dan naar de antilichamen die uw hond nog heeft voor bepaalde ziektes. Dit is mogelijk voor HCC, Hondenziekte, Parvo en Rabiës. Er zijn hondenscholen en pensions die een titerbepaling accepteren, maar dat is helaas lang nog niet overal het geval. Bespreek dit van te voren.
Meer over titeren > lees deze informatie

Waar vaccineren we tegen:

– Parvo
Parvo is een besmettelijk virusinfectie. Besmetting vind plaats via de ontlasting van besmette honden. Zieke dieren krijgen diarree omdat het darmslijmvlies wordt aangetast. Pups die een besmetting oplopen krijgen vaak hartproblemen, 16 tot 48% van de besmette honden overlijdt, hiervan is 85% jonger dan een jaar.

– Hondenziekte
Hondenziekte is ook een virusinfectie en zeer besmettelijk. Honden raken geïnfecteerd door het lichaamsvocht als urine en speeksel van besmette honden. Hondenziekte kent een ernstig verloop, de eerste aankondiging zijn koortsaanvallen die de weerstand ondermijnen, de hond krijgt in een later stadium long- maag- en darmklachten en ook neurologische verschijnselen als toevallen komen voor. Vooral voor jonge honden zijn de gevolgen ernstig. Ongeveer 50% van de honden besmet met hondenziekte overlijdt, van de overlevende honden houdt een deel blijvende schade aan de organen. Hondenziekte komt, mede dankzij de vaccinaties, bijna niet meer voor.

– HCC of Leverziekte
HCC of Leverziekte is een besmettelijke leverontsteking. HCC is een virus en wordt doorgegeven via speeksel en ontlasting van besmette dieren. Het verloop van de ziekte wisselt sterk per dier. Ongeveer 20% van de besmette dieren houdt er een zogenaamd “melkglasoog” aan over. Vooral voor het jonge dier is het een gevaarlijke ziekte. Hij komt de afgelopen jaren nauwelijks meer voor in gebieden waar honden over het algemeen gevaccineerd worden.

Kennelhoest
Kennelhoest kent een virale variant (para-infuenza) en een bacteriële variant (bordetella). Het is een milde ziekte die over het algemeen vanzelf weer overgaat na 5-7 dagen. De besmetting wordt overgebracht door het speeksel van hoestende besmette honden. Bij de pup kan besmetting leiden tot een longontsteking, bij de oudere of zwakkere hond tot chronische bronchitis. Na een infectie met kennelhoest is een hond meestal levenslang immuun voor de ziekte.

– Weil
Weil is een bacteriële ziekte die kan worden overgebracht door de urine van de bruine rat of die van een besmet dier. De besmetting vindt niet alleen plaats in het water, ook het snuffelen aan urine op het land kan de ziekte overbrengen. Deze ziekte is ook besmettelijk voor de mens. Het veroorzaakt aantasting van lever, nieren en bloedvaten. Er zijn veel varianten van de Weil-bacterie, de vaccinatie biedt maar bescherming tegen een klein deel van de bacteriën die Weil veroorzaken.

– Hondsdolheid
Hondsdolheid ook wel Rabiës genoemd is een heftig verlopende virusinfectie. Het wordt overgebracht via het speeksel van een besmet dier (beet). Ook mensen kunnen geïnfecteerd raken. Het verloop is snel, verspreiding van het virus gaat via de zenuwbanen en het centraal zenuw stelsel naar de hersenen, het ruggenmerg en uiteindelijk de organen. Er zijn heftige neurologische verschijnselen en het is in alle gevallen dodelijk. In Nederland komt Rabiës niet voor. Voor dieren die meegaan naar het buitenland is in veel gevallen de rabiësenting verplicht.