Uw reu een dekreu?

 
Aanmelden Dekreu

U heeft een Nova Scotia Duck Tolling Retriever reu waar u trots op bent en u overweegt hem in te zetten als dekreu. Alvorens uw reu vader te laten worden is het verstandig een aantal zaken op een rijtje te zetten. Dit artikel is bedoeld om u inzicht te geven in wat er zo al komt kijken bij het fokken met uw reu.

De verantwoordelijkheden die u neemt, de regelgeving omtrent het fokken waar u mee te maken krijgt, de risico’s die u loopt als dekreu-eigenaar; het zijn zaken die van belang zijn bij het maken van een zorgvuldige afweging.

Overwegingen

Allereerst is het verstandig om te bedenken wat uw motieven zijn om de hond in te zetten voor de fok, en welke bijdrage kan uw hond leveren aan het ras? Een ras ontstaat, ontwikkelt en blijft bestaan vanwege de honden die worden ingezet voor de fok. Als dekreu eigenaar neemt u dus een stukje verantwoordelijk over de volgende generatie(s) van het ras. Uw hond kan een positieve bijdrage leveren aan het ras, maar helaas ook een negatieve. Om zo goed mogelijk in te zetten op een positieve bijdrage is het van belang dat u veel weet over uw reu en zijn afstamming. Wat zijn z’n sterkte punten, wat zijn z’n minder sterke eigenschappen? Welke aandoeningen komen voor in zijn lijn en waar moet u rekening mee houden? Onthoudt dat geen enkele lijn vrij is van ziektes. Ze kunnen hooguit onbekend zijn bij de eigenaren en fokkers.
Wanneer u zich verdiept in de stamboom van uw reu en navraag doet bij de fokker van uw hond en/of bij de Fokaangelegenhedencommissie van de NSDTRCN (deze FAC service geldt voor leden van de NSDTRCN), kunt u inzicht krijgen in de eigenschappen die uw hond mogelijk bij zich draagt.
Aan de hand van de uitslagen van de gezondheidsonderzoeken die uw hond heeft ondergaan kunt u uw kennis van het ‘erfelijk materiaal’ van uw hond, vergroten.

Variatie is gezond

Om het ras gezond te houden is het belangrijk om veel genetische diversiteit te behouden. Veel fokdieren uit zoveel mogelijk verschillende lijnen dus! Let hier goed op bij het bekijken van de stamboom van je hond. De zoveelste zoon van een dekreu die al veel dekkingen heeft gedaan biedt minder diversiteit voor nu en de toekomst dan een hond uit ouderdieren die minder vaak zijn ingezet. Hoe groter de verscheidenheid aan beschikbaar (gezond) erfelijk materiaal, des te groter is de kans dat de Nova Scotia Duck Tolling Retriever Retriever als ras een gezonde toekomst tegemoet gaat.

Uw reu kan dus een welkome aanvulling van het genenmateriaal betekenen. Al kan het wel zo zijn dat uw reu ongewenste eigenschappen bij zich draagt. Hoewel de perfecte hond niet bestaat, is het in sommige gevallen verstandiger om te besluiten een hond niet in te zetten voor de fokkerij. Dit kan zijn vanwege een groot risico op (meerdere) ongewenste eigenschappen, of eigenschappen met verstrekkende gevolgen voor de nakomelingen. Te denken valt aan gezondheidsproblemen en ongewenste karaktereigenschappen zoals angst of agressie. Als dekreu eigenaar zal u samen met de fokker een stukje verantwoordelijkheid dragen voor de volgende generatie Toller pups. Hierin heeft u beide een belangrijke rol en inspraak.

Verantwoordelijkheid

Om een positieve bijdrage te leveren aan het ras is het belangrijk dat u als dekreu eigenaar ook voldoende kennis van zaken hebt. Dit begint bij kennis over de eigen hond, zijn afstamming en zijn genen, maar ook algemene kennis omtrent vruchtbaarheid en erfelijkheid zijn een must. Zo heeft u de morele verplichting om gezondheidsproblemen bij nakomelingen van uw reu te melden aan betrokkenen zoals de fokker. Wellicht komt u ooit in een situatie waarbij u op basis van deze gezondheidsproblemen moet besluiten of uw hond wel of niet beschikbaar moet blijven voor de fok. Dan is het belangrijk dat u als eigenaar de problemen correct weet in te schatten en de benodigde achtergrondinformatie hebt om de juiste keuze te maken. Deze verantwoording houdt ook in dat u bij problemen bereid bent deze informatie te delen met de fokaangelegenhedencommissie zodat het opgenomen kan worden in de database.

Al deze informatie over uw reu en aanverwante dieren is van belang, hiermee kunnen andere fokkers en dekreu eigenaren geholpen worden in het maken van verantwoorde keuzes. Daarnaast kan een dekreu eigenaar ook door een fokker of eigenaar worden aangesproken op het achterhouden van informatie. Zeker als er sprake is van gezondheidsproblemen bij de nakomelingen kan dit hoog oplopen en is een juridische procedure niet ondenkbaar. De stelling dat een dekreu eigenaar altijd vrijuit gaat, klopt dus niet. Sterker nog, de kans is groter dat er bij problemen al snel, al dan niet ten onrechte, naar de dekreu wordt gewezen als boosdoener. Dit kan helaas altijd gebeuren, ook wanneer u met grote zorg en betrokkenheid meewerkt aan een nest. Fokken blijft altijd deels gokken. Dit gokken willen we tot het minimum beperken, waar we zekerheid kunnen garanderen willen we dat. Hiervoor zijn regels opgesteld omtrent gezondheid, welzijn en kwalificaties. Deze regels staan beschreven in het fokreglement van de NSDTRCN. De regels in het verenigingsfokreglement (VFR) gelden voor alle leden van de NSDTRCN. Een overtreding van die regels doordat uw reu een teef dekt die niet aan het reglement voldoet, of wanneer de combinatie niet overeenkomt met het VFR, kan een sanctie als lid van de NSDTRCN als gevolg hebben en de daarbij horende publicatie in het cluborgaan en melding aan de Raad van Beheer.

Niet verplicht, wel aan te raden

Er zijn vele manieren om te laten zien wat de talenten van uw reu zijn. Dit kan zijn op gebied van exterieur, als uw hond goede resultaten haalt op shows, of in werkaanleg door mee het doen aan jachtproeven of wedstrijden van andere hondensporten. Deze resultaten vergroten de naamsbekendheid van uw reu en maakt dat fokkers snel kunnen inschatten welke eigenschappen uw reu te bieden heeft. Uiteraard is het voor de werkeigenschappen van groot belang dat u samen met de hond een gedegen training volgt zodat hij klaar is voor deze wedstrijden.

Gezondheidsonderzoeken

Om uw reu toe te mogen voegen aan de dekreuenlijst van de NSDTRCN moet hij -naast het voldoen aan de fokregels en exterieursregels (eventueel aangevuld met een fokgeschiktheidskeuring en/of werkkwalificatie)- ook voldoen aan de gezondheidseisen uit het verenigingsfokreglement.
Daarvoor moet de reu de volgende onderzoeken ondergaan:
– Officieel heupdysplasie onderzoek. Bij honden vanaf 12 maanden oud kunnen röntgenfoto’s gemaakt worden van de heupen die door een panel van de Raad van Beheer worden beoordeeld op de aanwezigheid van heupdysplasie.
– Officieel elleboogdysplasie onderzoek (voor honden geboren op of na 1 juni 2019). Bij honden vanaf 12 maanden oud kunnen röntgenfoto’s gemaakt worden van de ellebogen die door een panel van de Raad van Beheer worden beoordeeld op de aanwezigheid van elleboogdysplasie.
– De ECVO test, een oogtest die voor 12 maanden geldig is. Deze mag ten tijde van een dekking dus niet ouder dan 12 maanden zijn, in dat geval moet de test herhaald worden.
– DNA test voor prcd-PRA om vast te stellen of uw hond vrij, drager of lijder is van dit gen.
– DNA onderzoek: van beide ouderdieren dient de DNA status bekend te zijn van:
   • Prcd-PRA (Progressive Retinal Atrophy)
– DNA onderzoek: van één van de ouderdieren dient de DNA status bekend te zijn van:
   • JADD (Juvenile Addison’s Disease) – minimaal één ouderdier moet ‘vrij’ zijn.
   • DEN (Degenerative Encephalopathy) – minimaal één ouderdier moet ‘vrij’ zijn.

Het ECVO oogonderzoek wordt uitgevoerd door gespecialiseerde dierenartsen die hiertoe bevoegd zijn. Een lijst met dierenartsen die dit onderzoek mogen uitvoeren vindt u op de website van de Raad van Beheer: https://www.houdenvanhonden.nl/fokken-met-je-hond/fokken-en-gezondheidsonderzoeken/ecvo-oogonderzoek/

Uit het heupdysplasieonderzoek moet blijken dat uw reu vrij is van deze afwijking en over gezonde heupen beschikt. Honden met een heupdysplasie uitslag HD C, HD D of HD E mogen volgens het fokreglement niet worden ingezet voor de fokkerij. Een belangrijk onderzoek, maar niet alleen voor het fokreglement, voor u zelf is het ook belangrijk om te weten of uw reu in goede gezondheid verkeerd voordat u hem inzet voor hondensporten die fysiek belastend kunnen zijn. Hiervoor is een elleboogdysplasie onderzoek minstens zo belangrijk, aangezien de ellebogen minstens zo niet meer belast worden tijdens hondensporten.
Voor Elleboogdysplasie (voor honden geboren op of na 1 juni 2019) geldt: het is niet toegestaan te fokken met ouderdieren die de volgende ED uitslag hebben: Graad 2 of Graad 3.

Zoals gezegd is het ECVO onderzoek 12 maanden geldig. Dit houdt in dat een hond, indien er geen afwijkingen gevonden worden, de uitslag “voorlopig vrij” krijgt. ‘Voorlopig’ omdat er alleen wordt gekeken naar de aanwezigheid van afwijkingen op dat moment. Het is dus mogelijk dat er bij een later onderzoek wel afwijkingen openbaren. Indien er wel een afwijking wordt gevonden is de hond definitief “niet vrij” ongeacht latere uitslagen. Dit omdat veel afwijkingen een erfelijke factor kennen en bovendien (chirurgisch) gecorrigeerd kunnen worden. De uitzondering voor distichiasis houdt in dat honden waarbij distichiasis is gevonden, wel ingezet mogen worden voor de fokkerij.

Uitzondering: Als een ouderdier de uitslag (voorlopig) “niet vrij” heeft, zal het meest actuele advies uit paragraaf 8 ‘The Veterinary ophthalmologists’ advice relating to hereditary eye disease control’ van het ECVO Manual: ‘The Veterinary ophthalmologists’ advice’ worden gevolgd. (http://www.ecvo.org/media/8-vet_advice.pdf). De ECVO testuitslag mag niet ouder zijn dan 12 maanden op het moment van de dekking.

Ook het heupdysplasie en elleboogdysplasie onderzoek dient te gebeuren volgens richtlijnen van de Raad van Beheer. Een dierenarts moet bevoegd zijn om röntgenfoto’s te maken voor beoordeling. De dierenarts die de foto’s maakt zorgt er ook voor dat deze bij de Raad van Beheer worden aangeboden ter beoordelen. Informeer daarom eerst bij een dierenarts (of kijk het na op de site van de Raad van Beheer) of ze bevoegd zijn om officiële HD/ED foto’s te maken. Binnen een paar dagen na het digitaal insturen van de foto’s ontvangt u de uitslag van de Raad van Beheer in uw account. Indien de heupen met A of B beoordeeld worden, en de ellebogen met 0/0 is de hond vrij van heupdysplasie en elleboogdysplasie.
Voor Heupdysplasie geldt; het is toegestaan te fokken met: HD-A x HD-A, HD-A x HD-B, HD-B x HD-B
Voor elleboogdysplasie geldt: het is toegestaan te fokken met: vrij x vrij, vrij x graad 1

DNA test voor prcd-PRA

Het ECVO oogonderzoek is een momentopname. Het controleert de aanwezigheid van oogaandoeningen op dat moment, maar zegt niets over de erfelijkheid daarvan. Voor een aantal oogaandoeningen is een DNA test beschikbaar waarmee de erfelijkheid wel aan te tonen is. Dit is o.a. het geval bij prcd-PRA, en beide ouderdieren moeten hier dan ook op getest worden volgens het reglement. Door te weten of uw reu vrij, drager of lijder is kunnen fokkers verantwoorde combinaties maken waar geen lijders uit geboren hoeven te worden. Dragerschap van het gen dat PRA veroorzaakt zal niet naar voren komen tijdens een ECVO test, maar door twee dragers te combineren kunnen er wel lijders geboren worden. Dit kan voorkomen worden door de (verplichte) DNA test voor deze vorm van PRA.

Er zijn verschillende laboratoria waar u uw reu kunt laten testen op dit gen. Kijk voor meer informatie op: http://www.tollertales.nl/gezondheid/prcd-pra

De uitslag* die u ontvangt kan luiden:
• clear/normal (volledig vrij van prcd-PRA: deze hond heeft de ziekte niet en kan deze ook niet vererven)
• carrier (drager van prcd-PRA)
• affected (lijder aan prcd-PRA)
* benaming/notatie van een uitslag kan per laboratorium verschillen

Welke combinaties u kunt toepassen wanneer u over een uitslag van uw hond beschikt, staat beschreven in het: Verenigingsfokreglement van de NSDTRCN.

Wat zegt het VFR over DNA testen?
• Van beide ouderdieren dient de status voor prcd-PRA bekend te zijn.
• Van één van de ouderdieren dient de DNA status bekend te zijn van:
   • JADD (Juvenile Addison’s Disease) – minimaal één ouderdier moet ‘vrij’ zijn.
   • DEN (Degenerative Encephalopathy) – minimaal één ouderdier moet ‘vrij’ zijn.

Overige (gen)-testen

Naast de verplichte prcd-PRA, JADD en DEN test zijn er voor Nova Scotia Duck Tolling Retriever Retrievers ook andere testen beschikbaar, o.a.:
CP1, CLPS, SOD1, CDDY/IVDD en BUFF (Dilute). Deze tests zijn niet verplicht maar het is aan u als eigenaar om te bepalen welke testen u van belang vindt.

Nota bene:
Het gaat hier meestal om gepatenteerde testen. Het komt voor dat ook andere instituten/laboratoria de genoemde testen aanbieden maar in dat geval bestaat de mogelijkheid dat de test niet betrouwbaar is.
Het verstandigst is om deze tests uit te laten voeren via een EMBARK test of via OFA http://www.ofa.org/  of UC Davis (VGL) in de Verenigde Staten of Van Haeringen Laboratorium (VHLGenetics)  https://www.vhlgenetics.com/nl-nl/home.aspx of via Laboklin

Let op!! Zorg er voor dat op alle (niet geprotocolleerde) DNA testen die u laat doen en waarvan u de uitslagen doorstuurt naar de FAC, duidelijk vermeld staat wat de stamboomnaam én het chipnummer van de hond is, eventueel het NHSB nummer erbij. Een uitslag waarop alleen een roepnaam staat kan door de FAC niet worden geaccepteerd.

De rasvereniging

De NSDTRCN is een door de Raad van Beheer erkende rasvereniging voor Nova Scotia Duck Tolling Retriever Retrievers in ons land. Wanneer u nog geen lid bent van de NSDTRCN is het zeker aan te raden dit alsnog te worden. U ontvangt 4x per jaar de Toller Tales, waardoor u op de hoogte gehouden wordt van alle ontwikkelingen op het gebied van het ras en de fokkerij.

Bovendien kunt u als lid deelnemen aan tal van activiteiten die voor u zeer interessant zullen zijn.

Daarnaast heeft u de mogelijkheid uw reu aan te melden voor de dekreuenlijst. Uw reu moet daarvoor voldoen aan eisen zoals gesteld in het Verenigingsfokreglement.
Voor plaatsing op de ‘dekreuenlijst’ moet uw reu -naast de gezondheidsuitslagen- ook te beschikken over exterieurkwalificaties (minimaal 3x ZG) behaald op een CAC-CACIB show onder drie verschillende keurmeesters of exterieurkwalificaties met daarnaast een geldende werkkwalificatie of exterieurkwalificatie met daarnaast een fokgeschiktheidskeuring en een werkkwalificatie.
Lees VFR artikel 7 voor meer details met betrekking tot de Exterieurregels.

Voor het behalen van werkkwalificaties kunt u deelnemen aan bepaalde evenementen, die worden georganiseerd door de Jachtproevencommissie (JPC), dan wel door de KNJV of andere erkende Rasverenigingen.

De dekreuenlijst van de NSDTRCN is hier te vinden op

Wanneer uw reu op deze lijst vermeld staat zullen eigenaren van teven, die op zoek zijn naar een partner voor hun hond, u gemakkelijk kunnen vinden.
Wanneer u uw reu voor deze lijst wilt aanmelden, kunt u hiertoe het online formulier invullen.

Als u een aanvraag krijgt voor een dekking van uw reu bent u altijd welkom in informatie in te winnen bij de Fokaangelegenhedencommissie (FAC). Zij kunnen u informeren over de voorgenomen combinatie en helpen met het maken van een weloverwogen beslissing.

De teef en haar eigenaar

Als een fokker interesse heeft in uw reu als dekreu voor een volgend nestje begint het inventariseren. De fokker zal aan de hand van uw informatie moeten bepalen of de combinatie inderdaad geschikt is. Hiervoor is het belangrijk dat u eerlijk alle informatie kan leveren over het temperament en de gezondheid van uw eigen hond, maar ook van zijn voorouders en eventueel zijn nakomelingen. Uiteraard vertelt u graag de positieve eigenschappen van uw hond, maar het is minstens zo belangrijk om de mindere eigenschappen te vermelden. Hierdoor kan de fokker een weloverwogen beslissing maken, en deze zal ook weten dat de perfecte hond zonder minpuntjes niet bestaat.

Als er problemen zijn voorgekomen bij de nakomelingen van uw reu, of bij zijn voorouders of nestgenoten, is dit belangrijke informatie voor een geïnteresseerde fokker. Deze hoeft niet meteen af te haken, maar kan wel inschatten of het risico acceptabel is, omdat de teef bijvoorbeeld afstamt uit een lijn waar dezelfde problemen nooit zijn voorgekomen bijvoorbeeld. Zo’n afweging kan echter alleen gemaakt worden als er een volledig beeld is over zowel de positieve als negatieve eigenschappen van een hond. Transparantie is dus heel belangrijk!

Daarnaast heeft u als reu eigenaar ook inspraak in een voorgenomen combinatie. Wat vindt u van het teefje dat de fokker wil laten dekken door uw reu? Welke informatie kan u vinden over haar afstamming en vindt u dat haar lijnen een goede combinatie vormen met de lijnen van uw reu? Kijk hierbij naar mogelijk achterliggende problemen. Als dezelfde problemen voorkomen bij zowel als teef is het verstandiger deze lijnen niet te combineren, zo is het risico op datzelfde probleem bij nakomelingen uit deze combinatie wel erg groot.

Vraag ook gerust naar de gezondheidsuitslagen van de teef. Zij moet, net als uw reu, aan een aantal eisen voldoen en een goede fokker zal er geen problemen mee hebben om deze uitslagen te overhandigen. Hier tegenover staat dat u ook de documenten van uw reu kan tonen aan de fokker. Of beter nog: regel een kopie van de documenten voor de fokker. Deze kan de kopieën later ook toevoegen aan de mappen van de pups, zodat de nieuwe eigenaren een helder beeld hebben over de afstamming van hun hond.

Note:
De NSDTRCN is nooit verantwoordelijk noch aansprakelijk voor mogelijke (erfelijke en niet erfelijke) gebreken die zich in een nest of een latere levensfase van een pup/hond openbaren.

Fokkers en dekreu-eigenaren zijn moreel verplicht om voorafgaande aan de dekking elkaar alle relevante informatie te verstrekken over hun fokdier en de mogelijke risico’s die er in een combinatie aanwezig kunnen zijn.

Regel het schriftelijk

Hebt u twijfel bij een dekaanvraag voor uw reu? Bijvoorbeeld omdat het teefje niet voldoet aan uw eisen of het fokreglement, ze in uw ogen geen goede combinatie zal vormen met uw reu, of heeft u geen goed gevoel bij de fokker? Dan heeft u het volste recht om van een dekking af te zien. De geplande combinatie zal een samenwerking zijn tussen u en de fokker en hierbij moeten beide partijen het eens zijn. Om problemen te voorkomen is het dan ook verstandig om, als de dekking wel door gaat, een aantal zaken op papier te zetten. Juist als het contact goed verloopt moet het geen probleem zijn om gemaakte afspraken samen te vatten op papier. Voel u hiertoe niet bezwaard maar maak hier gebruik van om misverstanden te voorkomen. Denk hierbij aan het bedrag aan dekgeld, wat gebeurt er als de teef niet drachtig is, en wat als er problemen voorkomen bij de nakomelingen?

Hoewel nooit exact te voorspellen is wanneer een teef gedekt zal worden, is het verstandig om goed contact met de fokker te onderhouden zodat deze u op tijd kan inseinen wanneer de teef loops is. Dan weet u dat er binnen de komende weken een dekking plaats moet vinden en kunt u hiermee rekening houden in uw agenda.

U kunt met de eigenaar van de teef afspreken dat hij/zij bij de teef een progesteronbepaling laat doen, zodat het beste moment van dekking zorgvuldig gekozen kan worden. (Zeker wanneer de teef en eigenaar uit een ander deel van het land komen is dit aan te raden.)

Wanneer de eigenaar van de teef bij u uit de buurt komt en u beiden over voldoende tijd beschikt kunt u ook de natuur (reu en teef) zelf laten bepalen wanneer het juiste moment daar is.

Voor wat betreft de prijs, die u voor de dekking afspreekt, zijn er tal van mogelijkheden.

U kunt een vast bedrag voor de dekking afspreken, dat na de eerste geslaagde dekking betaald wordt wanneer u de online dekaangifte bij de Raad van Beheer doet. Vaak wordt hierbij uitgegaan van de prijs van een puppy.

U kunt overeenkomen wat te doen als de teef  ‘leeg’ blijft, of maar één of twee nakomelingen werpt. U kunt bijvoorbeeld voorstellen dat bij geen, of en heel klein nest, de eigenaar van de teef t.z.t. recht heeft op een nieuwe dekking.

Het is ook een mogelijk een vast bedrag af te spreken voor de dekking (springgeld) en een bedrag vast te stellen, dat na de geboorte per levend geboren pup betaald wordt. In dit geval heeft u na een teleurstellend resultaat van de dekking geen verplichtingen aan elkaar.
Deze optie is het meest eerlijke voor reu- en teef-eigenaar.

Hoe uw afspraak met de eigenaar van de teef ook zal zijn, het is verstandig één en ander schriftelijk vast te leggen om misverstanden te voorkomen.

Na de dekking is het prettig contact te houden met de eigenaar van de teef.

Uiteraard zult u nieuwsgierig zijn naar het verloop van de dracht en naar het uiteindelijke resultaat! Het zal de moeite waard zijn te zijner tijd de pups te gaan bekijken.
Vanzelfsprekend is het bijzonder interessant met eigen ogen vast te stellen hoe de nakomelingen van uw reu er uit zien!

Vraag de fokker u op de hoogte te houden van wetenswaardigheden t.a.v. karakter, gezondheid en werk/exterieur van de nakomelingen van uw reu en zijn/haar teef, ook als de pups volwassen geworden zijn. Het kan waardevolle informatie zijn voor de toekomst!

De dekking

Het zou te ver voeren het gebeuren rond dekking in dit artikel te beschrijven.

Het is aan te raden om een ervaren dekreu-eigenaar (of fokker) te vragen bij de eerste dekkingen van uw reu aanwezig te zijn. Zo kunt u gebruik maken van de ervaring van iemand die weet wanneer het nodig is ‘in te grijpen’, hulp te bieden of juist op de achtergrond te blijven wanneer er een dekking moet plaatsvinden.

Vaak komt de teef naar de reu toe maar de reu kan ook naar de teef gaan, het is net wat u onderling afspreekt en wat voor u beide het handigste is.

Wanneer u uzelf en uw reu voldoende vertrouwt, kunt u volgende dekkingen zelfstandig begeleiden. Wanneer de dekking heeft plaatsgevonden vult de fokker de online dekaangifte in via de website van de Raad van Beheer.

U spreekt af of en wanneer er een eventuele tweede dekking plaats zal vinden.

Tot slot

Wanneer u overweegt uw reu nakomelingen te laten krijgen, zijn er allerlei zaken die bij uw beslissing een rol kunnen spelen. Een korte samenvatting:

• U kunt zich afvragen of uw reu een waardevolle bijdrage kan leveren aan het ras.
Wat zijn de sterke, en wat de minder sterke kanten van uw reu?
• Door u te verdiepen in de stamboom van uw hond en navraag te doen bij diens fokker en bij de FAC van de NSDTRCN kunt u nagaan of er zich bij zijn (voor) ouders en andere verwanten gezondheidsproblemen hebben voorgedaan. Zo kunt u een inschatting maken van de mogelijk aanwezige ongewenste eigenschappen in de genen van uw hond die hij zou kunnen doorgeven aan nieuwe generaties.
• Door u te verdiepen in het Verenigingsfokreglement van de NSDTRCN kunt u zich op de hoogte stellen van de regelgeving waar u als dekreu eigenaar mee te maken krijgt.
• Door het laten plaatsvinden van een oogonderzoek en het laten nemen en beoordelen van HD-, en ED foto’s kunt u vaststellen of uw reu qua gezondheid voldoet aan de voorwaarden gesteld in het fokreglement om als dekreu ingezet te worden.
• Door middel van een DNA-onderzoek kunt u laten vaststellen of uw reu mogelijk drager is van het gen dat prcd-PRA, JADD, DEN veroorzaakt. Deze informatie kan zeer waardevol zijn bij het maken van partnerkeuzes.
• Wanneer u uw reu als dekreu beschikbaar stelt, houdt dat in, dat u tevens een begeleidende en informerende taak heeft t.a.v. de eigenaar van de teef die bij u ter dekking wordt aangeboden. Dat houdt in dat u enige kennis moet hebben van onderwerpen als vruchtbaarheid, dracht, geboorte en erfelijkheid.
• Het niet doorgeven van alle relevatie informatie aan de fokker voorafgaande aan de dekking, kan leiden tot juridische procedures aan het adres van de dekreu-eigenaar, zeker als zich bij toekomstige) nakomelingen gezondheidsproblemen voordoen.

Wij wensen u heel veel succes en geluk met uw reu! Vragen? Mail ons, wij helpen u graag.